interview met lonne
Vandaag verscheen een interview met Lonne op de website van het Café Theater Festival. Klik hier voor het originele interview of lees het in zijn geheel hieronder.
Op een regenachtige Parade-ochtend aan het ontbijt met Lonne Gosling. Het is inmiddels ruim twee jaar geleden dat ze met Cie. Perelman op het Café Theater Festival speelde. Verschillende voorstellingen, een televisieserie en een documentaire later vertelt ze met aanstekelijk enthousiasme hoe het met haar gaat.
In 2013 speelde je met Ilse Schaminée (ook onderdeel van Cie. Perelman) op het Café Theater Festival de voorstelling Naar 2.0. Jullie wonnen zelfs de 3e Juryprijs! Klopt! Naar 2.0 is een bewerking van onze afstudeervoorstelling uit 2007 en gaat over twee meiden die na hun afstuderen de verwachting hebben dat ze de wereld gaan veroveren. De theaterwereld, zeg maar. Na vijf jaar ontmoeten ze elkaar weer, en blijkt het leven na de toneelschool eigenlijk één grote teleurstelling.
De heiligheid en veiligheid van de zwarte doos werkte goed voor deze voorstelling, die oorspronkelijk een uur duurde. Het was een hele uitdaging om ‘m in te korten tot een half uur; door de lengte van het stuk konden we de reünie van Ilse en Lonne lekker pijnlijk maken. Het is ook een hele talige voorstelling, wat in het theater heel genuanceerd tot zijn recht komt, maar het lukte ons ook om het hele café muisstil te krijgen. Dat was feest! We konden er een scherpe voorstelling van maken. Het directe contact met het publiek, dat je toch makkelijker hebt als ze dicht op je staan in de kroeg, werkte heel goed voor de CTF-voorstelling. In het café moet je iets met mensen die niet willen. Of wel willen, maar helemaal achterin een hoekje staan. Dat maakt het spannend.
Hoe hebben jullie je daarop voorbereid? Je kunt oefenen hoe je opkomt, maar het publiek is elke keer anders. Het is dus lastig om te repeteren hoe je op hen inspeelt. Ik vind het geweldig om tijdens het spelen dat soort dingen ‘te laten gebeuren’. Ook tijdens het maakproces. Dat is denk ik wanneer ik op mijn sterkst ben: als ik al spelend een voorstelling maak. Ilse is wat dat betreft heel anders, zij heeft een veel ‘hoofdelijker’ manier van maken. Ze is meer een denker. In het begin vertraagden we elkaar daardoor, want we wilden elkaar niet voor het hoofd stoten. Dat is er inmiddels wel vanaf. We weten nu dat we elkaar juist uitdagen en tot grotere hoogte tillen als we elkaar kritisch bevragen en blijven strijden voor onze eigen input. Het maakt ons juist een goede combi.
Later voegde theatermaker Wouter van Elderen zich bij jullie. Hoe is dat gelopen? We wilden een documentaire maken over onze zoektocht naar Grigori Perelman en hadden daar een cameraman voor nodig. Dat moest een man zijn, want anders was het zo’n roadtrip-film geworden over drie meiden die gezellig naar Rusland gingen. Ik kende Wouter van school en zei tegen Ilse: ‘Door hem laat ik me gek maken. Door hem laat ik me opjutten!’ Hij spoort je aan om net iets verder te gaan dan je van plan was. Dat leek me een goede toevoeging aan onze Compagnie.
Wat heeft hij voor jouw gevoel uit de documentaire gehaald wat zonder hem niet gelukt was? Het was vooral heel bijzonder dat Wouter op een natuurlijke manier de regie overnam. Daardoor daagde hij ons uit om scherp te blijven en te blijven vechten voor onze eigen ideeën. Dat werkte gewoon! Wouter is bij ons gebleven, ook na de documentaire. Met hem erbij hebben we nu maar liefst drie verschillende perspectieven die we inzetten tijdens het maken van een voorstelling.
In de documentaire gaan jullie op zoek naar jullie grote held Grigori Perelman. Dat is misschien geen voor de hand liggende held, ik had bijvoorbeeld nog nóóit van de beste man gehoord. Je bent niet de enige, haha! Bijna niemand weet wie hij is, maar hij is toch een groot wiskundige. We worden onwijs gefascineerd door ‘mensen met een missie’. Kijk, ikzelf kan op allerlei manieren gelukkig worden, denk ik. Als het niet lukt met acteren ga ik iets anders doen. Dan begin ik een hondenuitlaatservice of zo. Maar er zijn ook mensen die dat niet hebben. Zij hebben een heel duidelijk levensdoel voor ogen. Voordat we de Compagnie opzetten verzamelden we verhalen van dat soort mensen. Bijvoorbeeld van een kamelenvrouw, die haar hele gezin achterliet om een kudde kamelen te volgen in de woestijn. Of het verhaal van de bergbeklimmer Ronald Naar, die de K2 heeft beklommen en onderweg zelfs iemand heeft achtergelaten omdat hij zelf door wilde. Hij had tenslotte jaren getraind! Uiteindelijk is er iets misgegaan met de bewijsvoering dus bestaat er twijfel of hij de top daadwerkelijk bereikt heeft. Dat spreekt ons ook aan: het trieste randje aan dit soort verhalen. Perelman past daar mooi tussen. De mythe is dat hij, samen met zijn moeder, in een aftands flatje in Sint Petersburg woont. Geen eigen gezin, geen vrienden, hij heeft gewoon jarenlang gewerkt aan het vermoeden van Poincaré en raakte na het vinden van zijn oplossing zwaar teleurgesteld in de wiskunde: ‘Is dit het nou?’ Alle prijzen en aandacht die er volgden, al die poespas paste niet bij hem en dus trok hij zich volledig terug tot het kluizenaarsbestaan. In de documentaire vragen we ons ook af: als hij al die aandacht niet wil, waarom moeten wij dan toch op zoek naar hem?
En? Wat is het antwoord? Er bestaat een hele mooie parallel tussen zijn werk en het onze. Hij heeft een pure zoektocht naar het oplossen van zijn formule, wij hebben een pure zoektocht naar onze held. Onze missie is verhalen vertellen. Het probleem van waarheid en werkelijkheid is daarin vaak een thema; kun je een verhaal wel zomaar vertellen? Je vertelt de waarheid altijd vanuit je eigen perspectief. Met andere woorden: bestaat de waarheid eigenlijk wel? De Paradevoorstelling die we vorig jaar speelden (Right About Now) gaf daar een antwoord op. Ons uitgangspunt is dus altijd iets dat wij ons afvragen. We gaan dan vervolgens op onderzoek uit. We lezen veel over het onderwerp en putten uit onze nieuwsgierigheid en totale interesse voor mensen die daar veel vanaf weten. Na zo’n onderzoek voelen we ons ook altijd superslim, haha! We laten ons graag meevoeren en komen daardoor soms zomaar in contact met mensen die ons weer veel meer kunnen vertellen dan we dachten te ontdekken. Soms wordt dan pijnlijk duidelijk dat we daar naïef in staan, haha! Bijvoorbeeld tijdens het maken van onze documentaire, toen we met allerlei superbelangrijke wetenschappers in gesprek raakten, maar waarvan wij helemaal niet doorhadden hoe bijzonder het was dat we deze mannen mochten spreken. Zo’n gesprek kwam dan op ons pad, en ja, als kansen zich zomaar aandienen dan gaan we natuurlijk gewoon! Maar dat is eigenlijk heel fijn en werkt ook goed volgens mij. Het resultaat is duizend procent oprecht. En misschien af en toe ook wel tenenkrommend trouwens, haha! Maar ik hoop dan dat dat ook een beetje onze charme is. We proberen ons dan gewoon helemaal bloot te geven aan de situatie.
Die link met de wetenschap, waardoor je dus ook steeds weer op nieuwe vragen komt, zorgt er ook voor dat jullie heel natuurlijk voortvloeien van het ene onderwerp naar het andere. Klopt! Dat is niet per se het doel, maar ons werk komt daardoor wel heel mooi samen. Tijdens het maken van onze documentaire PERELMAN (2014) kwam ook dat dat waarheidsvraagstuk steeds naar boven: dan waren we ervan overtuigd dat iets op een bepaalde manier gelopen was, maar dan bleek op film dat het heel anders was gegaan. De voorstelling die we nu aan het maken zijn rolt hier weer uit voort en heeft eigenlijk een filosofische insteek van wat we eerder onderzochten: bestaat de waarheid, of wat is de waarheid? Dat onderzoekscomponent is heel belangrijk voor ons.
Die onbevangenheid kan juist ook heel goed werken denk ik! Misschien zelfs wel verfrissend voor die wetenschappers, om op die manier benaderd te worden. Ja, dat denk ik ook! Dat ‘gewoon doen’ is ook kenmerkend voor Cie. Perelman: een groot geloof in onszelf en dan op een goede manier een beetje naïef uit de verf komen. Soms komt iets dan heel goed uit de verf, soms niet. Toen we Cie. Perelman lanceerden hebben we Jack de Vries geïnterviewd over de maakbaarheid van succes. Dat was doodeng! Hij stond onwijs in de file dus hij kwam tien minuten van tevoren binnen racen en toen hadden we totaal geen tijd om het interview ook met hem voor te bereiden. Uiteindelijk dacht iedereen dat wat er gebeurde allemaal afgesproken was, terwijl er gewoon gebeurde wat er gebeurde. Dat was zo’n situatie dat we denk ik heel goed gebruik hebben gemaakt van onze eigen nieuwsgierigheid en onbevangenheid. Met een mooi resultaat!
Met Cie. Perelman ben je steeds betrokken bij het ontwikkelen van de concepten, maar je bent ook vaak uitvoerend actrice in het werk van andere theatermakers. Probeer je dat onderscheid bewust te maken, of komt dat zo op je pad? Dat doe ik wel bewust, ja! Het is gelukkig nooit zo dat ik een script onder mijn neus krijg met de mededeling ‘Hier, speel maar!’. Er is altijd wel ruimte voor eigen interpretatie. Ik speel nu op de Parade met een kindervoorstelling, Thuis Best van LISenIMKE. Ik heb daar de rol overgenomen van Imke, maar ook daar krijg ik de ruimte om er iets in van mezelf in te leggen. Om een heel praktisch voorbeeld te noemen: we jabberen de hele voorstelling. Lis maakt daar een soort eigen taaltje van, ik doe dat weer op een heel andere manier.
Jabberen lijkt me lastig! Hoe ervaar jij dat? In het begin vond ik het doodeng! Maar ik ben het maar gewoon gaan doen, en als je dan over die eerste schaamte heen bent is het juist hartstikke leuk!
En hoe is het om in een kindervoorstelling te spelen? Dat is vast iets totaal anders dan wanneer je in een voorstelling voor volwassenen speelt. Heel anders! Ik moest daar ook echt aan wennen in het begin. We deden een try-out op een basisschool en toen realiseerde ik me pas dat veel kinderen meteen reageren op wat je doet of wat er gebeurt. Ik dacht eerst echt: ‘Oké nu allemaal even stil! We zijn begonnen hoor!’. Maar als je eenmaal over die eerste ‘schrik’ heen bent besef je dat het de voorstelling en het spelen juist leuker maakt. Het is heel zuiver en integer theater.Wat ik er ook heel tof aan vind, is dat het een volledig fictief verhaal is. We spelen twee totaal schattige, jabberende molletjes op zoek naar geluk. Bij Cie. Perelman balanceren we veel meer tussen fictie en non-fictie. We gebruiken bijvoorbeeld ook altijd gewoon onze eigen namen, spelen geen andere personages dan wijzelf. We spelen onszelf, maar dan in een andere werkelijkheid. Hoe dan ook, ik ben heel blij dat al deze projecten naast elkaar kunnen bestaan.
Naast al die theaterprojecten ben je ook nog eens elke zaterdag op televisie te zien! Klopt! Ik speelde in Ruutruutruut, wat tot maart 2015 te zien was op Omroep Brabant. Ik werd daarvoor gevraagd door de regisseur en het leek me een hele toffe uitdaging. Televisie heeft een heel ander maakproces, want continuïteit is eigenlijk veel belangrijker dan spel. Het is bijvoorbeeld heel belangrijk dat als een acteur in het ene shot een jas aanheeft, hij dat in het andere shot ook heeft. En je kunt niet eindeloos blijven draaien, als een scène een aantal keer is gespeeld moet je gewoon door naar de volgende. Maar gelukkig vinden ze het ook heel erg belangrijk dat wij als acteurs blij zijn met het resultaat. De regisseur vraagt altijd: ‘iedereen tevreden?’, en als we denken dat we een betere performance kunnen geven mogen we de scène meestal nog een keer spelen.
Je vertelt met zo ontzettend veel enthousiasme over alles wat je doet! Volgens mij doe jij precies wat je leuk vindt. Ik vind het superbelangrijk om het naar mijn zin te hebben, het naar mijn zin te blijven hebben en dat we het als theatermakers ook naar ons zin hebben met elkaar. Sommige dagen speel je heel vaak. Op de Parade speel je soms wel acht keer per dag, en als je dat met plezier blijft doen kun je tijdens al die voorstellingen alles geven wat je in je hebt. Dan heeft het publiek nooit door dat je dezelfde voorstelling die dag al zes of zeven keer hebt gespeeld. Dat enthousiasme is dus van groot belang!
Dan tot slot: waar zien we je in de toekomst? In de verdere toekomst zie je me misschien wel in een solovoorstelling! Ik sprak laatst met de directeur van De NWE Vorst en hij vroeg aan me: ‘waarom maak je niet eens een solo?’. Tsja… Dat ligt op een bepaalde manier wel buiten mijn comfort zone. Of eigenlijk… lijkt het me gewoon doodeng! Maar ik wil het wel gaan doen en ik heb er nu al heel veel zin in. Dus dat avontuur ga ik binnenkort gewoon aan! In de tussentijd zijn we met Cie. Perelman aan het repeteren voor de nieuwe voorstelling Zu den Sachen Selbst, die op 19 mei 2016 in première gaat. Dat duurt nog even, haha! Maar die tijd hebben we wel nodig, want Ilse en ik krijgen in december en januari namelijk allebei een kindje!