de eenenvijftigste verjaardag van pascal
Als Pascal een dier was, dan was hij een Buffalo. Een grote zware kop, korte dikke nek en een breed voorhoofd. Kenmerkend aan hem was de grote bult die tussen zijn schouders omhoog stak. Pascal was trots op die bult, hoewel hij er vroeger veel mee was gepest. Hij werd wakker op zijn buik, de bult dwong hem ertoe elke nacht op zijn buik te slapen terwijl zijn voorkeurshouding op zijn rug was. De wekker gaf 7:10 aan. Tijd genoeg, Pascal glimlachte.
Het warme water stroomde over de brede behaarde rug. Pascal hield ervan heet te douchen, het mocht een beetje branden op zijn huid. De bult tussen zijn schouders spleet de straal in tweeën. Zijn stemming was opgewekt. Vandaag werd hij eenenvijftig. Een bijzondere leeftijd want nu had Pascal definitief zijn vader overleefd. Deze dag was een punt in zijn leven en dat moest gevierd worden; gemarkeerd, voor eeuwig. Hij streek met zijn hand over zijn bult. Die dikke vlezige vetklomp zonder kern. Het water stond tot aan zijn enkels en de douchebak stroomde bijna over. Het kapotte putje dwong Pascal zijn doucheritueel eerder af te breken dan gewenst. Hij fantaseerde over de haarbal die eruit tevoorschijn zou komen als hij het putje zou openen. Pascal draaide de kraan dicht met zijn korte behaarde handen.
‘U bedoelt een stier?’ De man van de tattoo shop keek fronsend naar het plaatje dat Pascal voor hem op de toonbank gelegd had. ‘Dat is geen stier, dat is een Buffalo. De Buffalo is een Amerikaanse bizon. Een uniek exemplaar, er zijn er niet veel meer van in de wereld. De indianen hebben ze systematisch uitgeroeid’. Pascal drukte zijn dikke wijsvinger op de neus van de Buffalo terwijl hij zijn verhaal deed. ‘Juist’ zei de man van de tattoo shop, ‘een Buffalo. Komt u maar liggen op uw buik, dan kan ik er goed bij’. De man trok zijn handschoenen aan en doopte zijn naald in de verf; ‘Bent u er klaar voor?’, ‘Jawel’ antwoorde Pascal terwijl hij zijn duim opstak ‘helemaal’. Pascal sloot zijn ogen, het zoemen van het apparaat. Niet lang daarna trok er een warme gloed tussen zijn schouders.
Duizelig kon hij het niet noemen, maar Pascal voelde zich wel degelijk licht in zijn hoofd toen hij de tattoo shop verliet. Nu was hij weer alleen en dat op zijn verjaardag. Alleen zijn op deze gedenkwaardige dag, het idee sprak Pascal niet aan.
Het moest daarom ook wel een teken zijn, het meisje dat op de hoek van de straat verscheen. Haar hakken klikte op de straatstenen, kleine voetjes in hoge pumps. Ze droeg een rood jurkje en haar rode haren glinsterden in de zon. In de fractie van de seconden waarin ze op minder dan een meter afstand van elkaar waren, opende Pascal zijn mond om het haar te vragen ‘Wil je misschien…’. Maar zijn vraag werd overstemt door het geluid van een toeterende vrachtwagen. ‘Wel verdomme’ dacht Pascal toen ze voorbij was, ‘is het nou eens afgelopen met die onzin’. Hij dacht aan de naald die zojuist de afbeelding in zijn huid had gestanst. ‘Ik ben verdomme een Buffalo’ zei hij hardop tegen zichzelf ‘een Buffalo verdomme!’ Zijn benen begonnen te bewegen, eerst traag maar toen zette hij de versnelling in waardoor het op galopperen leek. Hij tikte het meisje op haar schouder zonder nadenken. Ze draaide zich met een ruk om.
‘Hallo, sorry dat ik u zomaar op uw rug tik. Ik bedoel, ik ben zo niet normaal gesproken maar vandaag is een bijzondere dag, een markering. Ik ben eenenvijftig geworden’ Pascal moest stoppen om op adem te komen.
‘Gefeliciteerd. Eenenvijftig klinkt oud maar toch ook leuk. Voelt u zich een beetje jarig?’ het meisje keek in de zon daardoor had ze groene vlekjes in haar blauwe ogen.
‘Ja…. Jawel. Maar ook weer niet. Ik ben op zoek naar visite…. Voor op mijn feest. Het is geen groot feest, dat moet ik eerlijk zeggen maar toch zeker wel een feest en daar hoort visite bij. Wil jij mijn visite zijn?’
Stilte.
Het meisje begon te lachen, eerst een glimlach maar toen met open mond. Schateren, haar haren golfde mee op haar lach. Pascal begon ook te lachen, hij voelde zijn bult meedeinen op het schokken van zijn schouders. Plots stopte het meisje met lachen.
‘Nee, natuurlijk niet! Gekke vent. Ik ben niet zomaar iemand. Ik ben niet zomaar visite!’
Pascal voelde een druppel glijden over zijn bult ‘Nee, excuseer, natuurlijk bent u niet zomaar iemand, u bent geen visite’
‘Ik ben hele speciale visite’ zei het meisje. ‘En ik heb maar heel weinig tijd. Ik kan vijf minuten, hele speciale visite zijn. Maar dan wil ik wel een glas ijskoude cola. De tijd gaat in als ik uw drempel overstap’.
‘Akkoord’ zei Pascal en hij hief zijn hand voor een high five. ‘Akkoord, ik heb Pepsi’.
Ze zaten tegenover elkaar. Zij met haar glas cola, Pascal had er een rietje met een palmboom ingedaan om de feestelijke sfeer te benadrukken. Hijzelf opende een bok bier en schonk het in een speciaal glas. Zij had haar benen over elkaar geslagen en trilde met haar kleine voet heen en weer. Ze keek onophoudelijk naar de klok. Toen er drie minuten vestreken waren zei ze ‘ik vind dit een rare situatie’.
‘Ik ook’ zei Pascal en hij dacht na over wat hij nog meer kon vertellen. Zijn leven flitste aan hem voorbij, er moest toch iets zijn wat haar kon interesseren. Bovendien was het zijn feest, een goede gastheer houdt het gesprek gaande.
‘Ik vind het ook niet echt overkomen als een feest’ zei het meisje, haar ogen strak op de klok gericht ‘of je moet een heel saai feest bedoelen’.
‘Ik ben ook een hele saaie man’ zei Pascal. Het meisje wierp één blik op Pascal en keek toen weer naar de klok. ‘tiktaktiktaktiktak’ ze deed mee met het geluid van de klok. Pascal werd er zenuwachtig van, een branderig gevoel in zijn bult. ‘Ik weet toevallig heel veel van de Buffalo’ zei hij toen. Het meisje schoot in de lach ‘Een wat?’ zei ze.
‘Wacht ik laat het je zien’ Pascal begon de knopen van zijn blouse open te maken. Hij zou haar het tonen. Zijn bult, met daarop de perfecte kop van de Buffalo. Nog rood van het tatoeëren maar toch, het zou indruk maken. ‘Ik vind dit een beetje ongepast worden meneer de jarige. De vijf minuten zijn ook al bijna voorbij dus ik denk dat ik zo maar ga’. Het meisje zette haar Cola neer. ‘Nee even wachten nog’ Pascal kon zijn opwinding nauwelijks onderdrukken ‘Ik laat je zien wat een Buffalo is’, zijn blouse was nu bijna uit, zijn behaarde borstkas zat vol met zweetdruppels. Het meisje stond op ‘ik hoef niet te weten wat een Buffalo is, bedankt voor de cola’. Pascal pakte haar vast, met zijn dikke handen omklemde hij haar dunne armen met sproeten. ‘Wil je me even loslaten’ het meisje keek hem aan met grote blauwe ogen, de groene vlekjes waren verdwenen. ‘Ik laat je alleen even zien wat een Buffalo is en dan kun je gaan’ fluisterde Pascal. ‘Ik hoef niet te zien wat een Buffalo is. Ik haat Buffalo’s’ het meisje trapte met de hak van haar pump op zijn teen. Het was een reflex, hoe zijn hoofd naar achter schoot, alle spieren in zijn korte nek zich spande. Hoe hij naar voren vuurde met dat brede, platte voorhoofd. Hoe hij brieste. Zijn voorhoofd tegen haar neus boorde. Een krak, bloed dat direct in de rondte spoot. Hij hoorde haar gillen. Weer naar achter met die grote kop, spieren spannen en uithalen. Hij hoorde iets breken, verpulveren, sap wat ergens uitliep, hij hoorde haar kokhalzen, haar jurkje, haar haar, haar gezicht, alles rood. ‘Ik ben een Buffalo verdomme’ mompelde hij. Haar lijfje dat verslapte, haar oogbal die verdween. Zijn bult gloeide, de kop van de Buffalo kleurde rood. Met een smak liet hij haar vallen, rietje met de palmboom in haar hand.
Een nette kist, van goed hout. Pascal had het nog liggen in zijn schuur. Het hoefde maar klein te zijn en smal. Hij was nu eenenvijftig jaar en één dag. Het feest was anders gelopen dan gepland maar een markering was het wel geweest. Het zagen klonk als zijn eigen ademhaling; snel, ritmisch en raspend. Hij had zijn vader overleefd, dat was iets.
Haar lijfje was licht en zacht. Het paste precies in de kist. ‘goed uitgemeten’ mompelde Pascal tegen zichzelf. Hij sleepte de kist naar het vennetje achter zijn huis. Aan de rand tilde hij het op. Hoog boven zijn hoofd, de onderkant van de kist raakte zacht zijn bult, de punt prikte in de neus van de Buffalo. Met een brul wierp hij de kist van zich af.
Soms lopen de dingen anders dan gepland en bovendien, zijn Buffalo’s landdieren.